Ik heb het een beetje ongemerkt voorbij laten gaan, maar in februari bestond de Reisgenoot vijf jaar! In die tijd is het me gelukt om fulltime van muziek te gaan leven én om steeds meer te gaan maken wat ik wil maken. Om de verzinsels die ik in m’n hoofd hoor steeds beter te vertalen naar songs. De kroon op de eerste vijf volgt dit najaar met de presentatie van mijn nieuwe EP op 1 november. Maar eerst is het tijd voor wat avonturen uit de afgelopen jaren.
Terug naar 2013: Ik wilde dolgraag muziek maken maar ik wist niet goed in welke vorm. Ik kwam uit de hiphop, dat had me altijd getrokken door mijn fascinatie voor taal en songteksten. Maar inmiddels was het duidelijk dat dat niet het pad voor mij was. De afgelopen jaren was ik deel geweest van een soort hiphop band met gitarist en zangeres – achteraf een goede toekomstvoorspeller – maar het was een beetje een zolderkamerband. Nieuw werk maken en verfijnen maar we traden niet heel veel op. Mijn ambities waren torenhoog en ik wilde er nog steeds echt voor gaan. Ik had een jaartje rockacademie geprobeerd maar dat bleek ook niet mijn pad te zijn. Parttime aan het werk en parttime beter worden in muziek, dat werd m’n aanpak. In theorie best leuk, maar met een forse baan in een TBS kliniek leidde het tot een 60-urige werkweek waarvan mijn lijf uiteindelijk aangaf dat dit niet het allerbest idee was geweest.
Na een jaar behandeling, re-integratie en twijfelen verzamelde ik al mijn moed en nam ontslag. Ik had nauwelijks repertoire, kon nog steeds niet zo heel goed zingen en was fysiek ook nog lang niet in orde. Maar ik had een droom, wat spaargeld en een vriendin die me onvoorwaardelijk steunde. Een beetje vertrouwen doet veel met een mens.
Op een avond vol twijfels stuitte ik op internet bij toeval op een liedje van Dylan: ‘The man in the long black coat’. Ik werd gegrepen door hoe je met muziek een verhaal kon vertellen. En door hoe een imperfecte stem me toch heel erg kon raken. Ik besloot er voor te gaan, mét alles waar ik voor mijn gevoel nog lang niet goed genoeg in was. Ik wilde meters maken en ik speelde werkelijk op elke plek die je maar kunt verzinnen: als pauze act bij de toneel vereniging, in lawaaierige kroegen, voor de muziekschool op Koninginnedag, op Deventer Open Podium. Het eerste jaar alleen telde zeker meer dan 150 optredens.
Overhaast ramde ik dan ook mijn eerste EP eruit met een catchy liedje erop: Leuker dan, cabaret meets singer-songwriter. Lekker toegankelijk maar achteraf toch niet helemaal de kant die ik op wilde. Voor sommigen de eerste kennismaking met mij en misschien niet zo’n allerbeste eerste indruk. Daar heb ik achteraf weleens van gebaald, maar ja, was dat niet wat ik wilde? Volle kracht vooruit, fake it till you make it. En beter werd ik. Van alle optredens, zanglessen en het netwerk dat ik langzaam op begon te bouwen. Daarnaast hield ik er wel deze fantastische videoclip aan over:
Met Lise Low richtte ik het Deventer Songwriters Gilde op, naar Twents voorbeeld, om alle liedjesschrijvers in onze mooie Hanzestad verder te helpen: aan (betaalde) speelplekken en aan netwerk. Om niet te concurreren maar samen naar een hoger niveau te stijgen. Het gilde heeft me over de jaren heen veel gebracht en volgens mij zijn we aardig succesvol geweest. We kennen elkaar en helpen elkaar verder. Met opnames, feedback, speelplekken. Wat een rijkdom.
De tweede EP kwam eind 2015 en het klonk allemaal al iets beter. Ik had een bassist en een percussionist zo gek gevonden om samen met mij op te treden en het begon allemaal wat beter te lopen. Ik huurde Bouwkunde af voor de release en speelde op leuke plekken in de provincie zoals het KAFT festival in Twente, Zwolle Unlimited en Havenwerk.
Dat rondkomen van muziek lastig is, is bekend, maar het was wel erg ploeteren in die tijd. Ik verzon allerlei creatieve oplossingen om geld te besparen, waardoor ik met verdiensten ver onder het minimumloon toch rond kon komen. Denk aan een zelfgemaakte gigbag voor m’n versterker (een sporttas bij de Action met eierdopmatras in plastic zakken om hem te beschermen) en natuurlijk met de fiets en trein naar alle optredens.
Vanuit milde wanhoop in combinatie met de hartstochtelijke wens om verder te komen in de muziek melde ik me ook weleens aan voor competities en talentenjachten en dergelijke maar het mocht niet baten. Blijkbaar was dat niet mijn pad. De band was helaas ook ter ziele en ik trad nu vooral alleen op. En ik merkte dat ik een beetje vastliep. Ik had wel het idee dat ik als artiest nog verder aan het groeien was, maar ik speelde vaker op dezelfde plekken, voor dezelfde net-iets-te-lage-gages.
Nieuwe kansen ontstonden vanuit een andere plek dan dat ik had gedacht: een goede vriend van me hielp me om weer even terug te keren naar de kern, naar mijn waarden, naar het inmiddels cliché geworden ‘start with why’. Maar dat hielp me enorm. Het bracht weer scherp in beeld waarom ik muziek wilde maken, maar bijvoorbeeld ook dat de uitstraling van mijn website wel wat te wensen overliet. Op de schop dus! Ik begon (nog) meer te denken als een ondernemer en meerdere diensten aan te bieden, waaronder songs op maat. Samenwerkingen met stichting Fit-Art, Het Grootste Kennisfestival van Nederland en de provincie Overijssel gaven me vertrouwen. En met dat kleine beetje vertrouwen bleek ik ineens bergen te kunnen verzetten. Ik leverde mooi werk af en daarmee begonnen ook andere partijen me te benaderen voor songs op maat en muzikale samenvattingen. Ik werd af en toe zelf gebeld voor boekingen en gaf regelmatig huiskamerconcerten.
Zo groeide langzaam het vertrouwen om zelf weer wat uit te brengen. Hoewel ik het op kleine schaal best aardig had gedaan speelden de afwijzingen bij de Popronde, de Grote Prijs en het Amsterdams Kleinkunst Festival me parten. Ik heb bewust lang gewacht, omdat ik de vorige twee keer misschien wat te snel was. Als ik de EP uit 2015 nu luister hoor ik vooral de foutjes. Maar nu wilde ik het goed doen – ik wilde iets maken waar ik 100% achter sta.
Nadat ik vond dat mijn demo’s goed genoeg waren benaderde ik een producer waar ik fan van ben en vroeg hem om me te helpen de muziek verder te verbeteren. Hij had er wel vertrouwen in en was zelfs erg positief. De muziek is nu af, de songs worden geplugd bij de radio en er wordt promotie gedaan via allerlei kanalen. Maar hoe het ook afloopt met deze EP – ik ben er onwijs trots op. Gewoon omdat ik iets heb gemaakt waar ik achter sta.
De mooiste dingen – de keuze om ervoor te gaan, de verscherping van mijn waarden en de opdrachten die mij verder hielpen – komen door mensen die vertrouwen hadden in wat ik deed en doe. Het kwam meestal niet vanuit de hoek waar ik verlangend naar opkeek: de muziekindustrie, of muziekcompetities. Maar vanuit de connectie van mens tot mens. Het vertrouwen dat ik over de jaren heen heb gekregen van allerlei mensen betekent veel voor me. Als je dit leest en één van die mensen bent – Dank je wel!!! En tot 1 november, dan slinger ik mijn nieuwe EP de wereld in.
Maarten – De Reisgenoot